verbonden spraak | mikken1 - mikken2 - mikken3 - kanjtsien1 - kanjtsien2 - kanjtsien3 - wilje1 - wilje2 - wilje3 - klaas1 - klaas2 - klaas3 - klaas4 - klaas5 - koos1 - koos2 - | |
duuraanpassing | ||
Binnen woorden zijn beklemtoonde syllaben over het algemeen langer dan onbeklemtoonde woorden. Dat geldt ook voor spraakuitingen die uit meerdere woorden bestaan. In de fragmenten; 'mikken1...3' wordt gedemonstreerd dat geaccentueerde syllaben in een zin iets langer kunnen zijn dan ongeaccentueerde en dat in niet geaccentueerde woorden beklemtoonde syllaben langer zijn dan
onbeklemtoonde. Wanneer een woord in een spraakuiting minder belangrijk is, zal de spreker geneigd zijn zich niet zo in te spannen. Hierdoor kan een verkorting van woordvormen optreden. De verkorting kan zo ver gaan dat er spraakklanken wegvallen en samengetrokken worden kanjtsien1...3). Soms worden ook spraakklanken ingelast om de uitspraak te vergemakkelijken (wilje1...3). Een andere factor die effect heeft op de duur van syllaben is de positie van de syllabe binnen een samenhangende woordgroep. Dit wordt gedemonstreerd in de fragmenten: klaas1...5. De syllabe 'klaas' wordt korter naarmate er meer syllaben volgen. Syllabeverlenging kan eveneens gebruikt worden voor het signaleren van belangrijke syntactische grenzen. Dit wordt gedemonstreerd in de fragmenten koos1 en koos2. | fragment beluisteren technische details tekst/transcriptie | |
mikken1 De beklemtoonde syllaben van MIKKEN, MATHEMATISCHE en SYNTHESE zijn tevens geaccentueerd met een toonhoogte-accent. | ||
mikken2 De beklemtoonde syllaben van MIKKEN en MATHEMATISCHE zijn tevens geaccentueerd met een toonhoogte-accent. | ||
mikken3 De beklemtoonde syllaben van MIKKEN en SYNTHESE zijn tevens geaccentueerd met een toonhoogte-accent. | ||
kanjtsien1 De zin is uitgesproken met pauzes tussen de opeenvolgende woorden. | ||
kanjtsien2 De zin is duidelijk uitgesproken als verbonden uiting. Hierbij kan gehoord worden dat de /n/ onder invloed van de volgende /j/ gepalatiseerd wordt. Bovendien wordt de /z/ stemloos door de voorafgaande /t/. | ||
kanjtsien3 De zin is slordig en snel uitgesproken. Hierdoor verdwijnen zelfs spraakklanken. | ||
wilje1 De zin is duidelijk en langzaam ingesproken. | ||
wilje2 Om de uitspraak te vergemakkelijken is een /n/ ingelast tussen ´je´ en ´hem´. De /h/ valt hierdoor weg. | ||
wilje3 De zin is zo snel uitgesproken dat de klanken /Em/ uit ´hem´ helemaal verdwijnen. | ||
klaas1 | ||
klaas2 De duur van het woord klaas wordt verkort (in vergelijking met klaas1) onder invloed van het volgende woord. | ||
klaas3 De duur van het woord klaas wordt nog korter (in vergelijking met klaas2) als gevolg van de twee opvolgende woorden. | ||
klaas4 De duur van het woord klaas wordt nog korter (in vergelijking met klaas3) als gevolg van de drie opvolgende woorden. | ||
klaas5 Hier is het originele woord klaas uit klaas1 genomen en vervolgens zijn de andere woorden erachter geplaatst. De verkorting van de duur ten gevolge van de opvolgende woorden is duidelijk te horen als de geplakte versie klaas5 vergeleken wordt met de originele versie klaas4. | ||
koos1 Door het verlengen van de syllabe Koos wordt de syntactische grens aangegeven. | ||
koos2 Door een pauze in te voegen na het woord zei, wordt de syntactische grens aangegeven. | ||